Wanneer je dat roze papiertje wilt halen, dien je een aantal vaardigheden te bezitten. Bij het rijexamen worden er een aantal bijzondere verrichting getoetst. Je kunt vrijstelling krijgen voor je bijzondere verrichtingen tijdens het afrijden wanneer je ze behaalt tijdens de tussentijdse toets. Er zijn er in totaal 6 waarvan er 2 worden getoetst. Maar welke zijn er en wat houden ze in? Je gaat ze ongetwijfeld vaak genoeg oefenen tijdens je rijlessen, maar het kan nooit kwaad om je alvast in te lezen en voor te bereiden. De 6 bijzondere verrichtingen zijn: Recht achteruitrijden, bochtje achteruitrijden, omkeren door middel van steken, omkeren door middel van een halve draai, hellingproef en fileparkeren.

Recht achteruitrijden

Niks meer of minder dan in een rechte lijn achteruitrijden. Meestal langs een stoeprand waarbij het overige verkeer niet gehinderd mag worden. Houd de snelheid laag en houd overzicht. Voor elke bijzondere verrichting geldt: overige weggebruikers hebben altijd voorrang.

Bochtje achteruit

Deze bijzondere verrichting lijkt op de eerste, het enige verschil is alleen dat je niet recht achteruit gaat, maar een bocht maakt. Zorg ervoor dat je vloeiend met de bocht meestuurt en andere weggebruikers niet hindert.

Omkeren door middel van 3 keer steken

Zo leer je om te keren wanneer de ruimte beperkt is. Steek eerst naar links, dan naar achteren en tenslotte nog één keer naar links en je kunt je weg vervolgen. Je mag de stoep hierbij gebruiken, zo maak je optimaal gebruik van de ruimte. Kijk voordat je gaat steken goed om de auto en houdt het andere verkeer in de gaten.

Omkeren door middel van een halve draai

Wanneer de ruimte het toelaat kun je ook omkeren door een halve cirkel te maken. Let op; je mag hier niet de stoeprand raken. Er zou immers ruimte genoeg moeten zijn om in één keer vlot om te draaien.

Hellingproef

Bij de hellingproef wordt getoetst of je weg kunt rijden zonder je auto achteruit te laten rollen. Bijvoorbeeld bij een parkeergarage. Aan de hand van de handrem en het gaspedaal zoek je het aangrijpingspunt en probeer je weg te rijden zonder de auto ook maar een seconde achteruit te laten rollen.

Fileparkeren

Bij fileparkeren moet je de auto voor of achter een stilstaande auto kort parkeren. Je hoort deze verrichting in één vloeiende beweging te maken. Let op al het andere verkeer en blijf goed in je spiegels kijken. Anders kan het zijn dat je goed staat geparkeerd, maar wordt afgekeurd omdat je niet goed keek. Dit geldt overigens voor alle bijzondere verrichtingen!

Blog categorieën